Met meerdere maten meten

Foto: BBC

Een dag nadat hij in het geel heroïsch de etappe naar de Mont Ventoux wist te winnen, en Groot-Britannië in een keer van het Tommy Simpson trauma afhielp, kreeg Chris Froome slechts vragen op zich afgevuurd over doping. Een prestatie zoals hij had neergezet was toch alleen mogelijk als je van de verboden middelen had gesnoept?

Waar we bij vorige generaties renners, waarvan we nu weten dat ze structureel hun talenten opkrikten met doping, bij dat soort prestaties in blinde bewondering waren, vuren we nu verdachtmaking na verdachtmaking af op een renner die vooralsnog maar een bewijsbare zonde heeft begaan. Hij is ongenadig hard de Kale Berg opgefietst. Het hele doel van een fietswedstrijd, niet waar?

Geweten

Ik kreeg bij het zien van de beruchte persconferentie toch het ongemakkelijke gevoel dat de journalisten, die jarenlang goed georganiseerd en structureel dopinggebruik recht onder hun neus niet hadden gezien of willen zien, nu hun geweten wilden zuiveren. Daarbij lijkt de ratio volkomen verdwenen te zijn.

Om te beginnen: de renners die op slechts enkele minuten achter Froome finishten, waaronder onze Nederlandse helden Mollema en Ten Dam, zaten procentueel zo dicht bij de prestatie van Froome dat zij daarmee volgens de redeneringen van de journalisten net zo verdacht zouden moeten zijn. Zij kregen echter weinig of geen kritische vragen te verwerken.

Toch lijkt heden ten dage iedere renner die sneller is dan de anderen hetzelfde lot beschoren: bij voorbaat veroordeeld voor dopinggebruik. Zonder bewijs, zonder onderzoek, zonder rechtsgang, met alleen een mogelijk motief, namelijk de wil om beter te zijn dan de concurrenten.

Meerdere maten

Er wordt met verschillende maten gemeten. Door de wielerfans, de journalisten, door de officials, door zo’n beetje iedereen die bij het wielrennen betrokken is.

Een hedendaagse wielrenner die bijna iedere vorm van privacy heeft opgegeven om maar aan te tonen dat hij geen doping gebruikt, wordt sterk verdacht en bijna beschuldigd van dopinggebruik omdat hij snel fietst. Zonder spoortje, zelfs maar een vermoeden van bewijs. Afgezien van pseudo-wetenschappelijke extrapolaties vol aannames die zeggen dat renners vermogens trappen die menselijkerwijs niet mogelijk zijn. Journalisten nemen dat klakkeloos over en beginnen een kruisverhoor.

Grootste renners aller tijden?

Merckx en Zoetemelk

Renners uit het verleden, zelfs zij die openlijk gepakt en geschorst zijn geweest, adoreren we nog steeds massaal. Neem de grootste wielrenner aller tijden en de grootste Nederlandse wielrenner aller tijden. Iedereen die maar iets van wielrennen af weet, zal zonder nadenken zeggen dat ik het dan heb over Merckx en Zoetemelk.

Als we die heren de maat zouden nemen zoals we heden ten dage doen, ontstaat een meer dan interessant beeld. En dan heb ik het niet eens over de maat van de publieke opinie. Nee, gewoon sec de moderne regels toepassen.

Gerke Berenschot heeft daar in 2010 een boeiende en prijswinnende scriptie over geschreven. Daaruit de volgende passage:

Als Merckx onder het huidige antidoping regime had gereden, was hij nooit de grootste wielrenner aller tijden geworden. In dit regime leidt het eerste dopingvergrijp automatisch tot twee jaar schorsing en bij recidive wordt men levenslang geschorst. In 1969 was de hoofdreden om Merckx niet te straffen het feit dat hij ‘tot dat moment nog nooit op doping was betrapt’. Een emotioneel argument meer dan een argument op basis van de positieve test.

Onder het huidige regime was Merckx toen al voor 2 jaar geschorst geweest, wat automatisch inhoudt dat hij niet had kunnen deelnemen aan de door hem gewonnen Tours van 1969 en 1970. Ook de Giro van 1970 zou niet door Merckx gewonnen kunnen zijn. Na de test van 1973 zou Merckx levenslang geschorst worden wat automatisch inhoudt dat nog 1 Tour, 1 Giro, 1 Wereldtitel, 2x Milaan-San Remo, 1 Ronde van Vlaanderen en 1 Luik-Bastenaken-Luik niet aan de erelijst van Merckx zouden zijn toegevoegd maar dat andere wielrenners deze wedstrijden hadden gewonnen.

Indien men aanneemt dat in pas 1973 de eerste positieve test plaats had, betekent dat nog steeds 1 Tour, 1 Giro, 1 Milaan- San Remo, 1 Ronde van Vlaanderen en 1 L-B-L minder.

Indien we ook bij Joop Zoetemelk hetzelfde gedachtenexperiment toepassen blijkt dat Nederland nooit een tweede Nederlandse Tour de France-winnaar (1980) zou hebben gehad daar Zoetemelk in 1979 al voor het leven geschorst zou zijn.

Interessant, niet waar?

We zien bewezen dopinggebruikers als winnaars en we zien winnaars onbewezen als dopinggebruikers. Als dat niet meten met meerdere maten is.

Laten we gewoon weer genieten van de koers, genieten van het lijden, genieten van de overwinning. Totdat het tegendeel bewezen is.

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *