Grip op coeliakie; dag 1
De zon schijnt door de bladeren op het natte wegdek. De verstilde Posbank straalt in een gouden gloed. Mijn benen hebben nog kracht om met enig tempo te klimmen. Nog 60 van de 630 km te gaan, minder dan 10%. Ik geloof dat ik dit ga halen!
Negentig kilometer, dus zo’n drie uur daarvoor. We trotseren een bui in het grijze Salland. Het voordeel van buien is dat ze niet zo lang duren. Deze bui is een uitzondering daarop. Boven ons een amorfe, grijze lucht. Nergens doortekening. Het is nat. Het is koud. Ga ik het wel halen?
Grip op coeliakie
‘Het halen’ slaat op mijn sportieve doelstelling om in twee dagen 630 km te fietsen. Langs de medische centra die meedoen in onderzoek naar coeliakie en waarvoor de Maag Lever Darm Stichting samen met ‘mijn’ Nederlandse Coeliakie Vereniging (NCV) fondsen werft. Om dat fondsen werven een steun in de rug te geven, heb ik deze sponsoractie opgezet. Met twee keer ruim 300 km fietsen als nog niet eerder gerealiseerde, maar waarschijnlijk haalbare doelstelling.
Geëtste herinneringen
Het begint op de parkeerplaats van de NCV in Naarden. In alle vroegte op zaterdagochtend. Naast mijn tweekoppige begeleiding is mijn collega Sheila met haar vriendin aanwezig om me uit te zwaaien. Wat een betrokkenheid! De eerste kilometers gaan over bekend terrein. Zeer bekend terrein. Hoe vaak ik wel niet over deze wegen heb gefietst?
Tegenwoordig kun je dat mooi in beeld brengen met ‘heatmaps’ waar je allemaal hebt gereden. De wegen waar ik rijd zijn op mijn heatmap diep donkerrood. Maar meer nog zijn ze ergens in mijn fietsgeheugen geëtst in talloze herinneringen.
Ik ga de Googbrug over de A1 over. Hoe vaak heb ik hier niet met Richard gereden? Mijn dierbare vriend en trouwe fietsmaat die onlangs is overleden. In enkele weken gesloopt door een ziekte die zich al lang heimelijk sluimerend in z’n lichaam had genesteld. Uren hebben we gesprekken gevoerd op de fiets. Uren hebben we heerlijk gezwegen. In alle stilte rijdt hij nog steeds met me mee. Overal.
Zenuwen
Het is fijn om op pad te zijn. Want van tevoren is zo’n tocht best spannend. Op een scherpe vraag van een vriendin wat ik dan zo spannend vond, realiseerde ik me dat het gaat om de zaken die je niet in de hand hebt. Het weer, materiaalpech. Totaal zinloos dus om je druk over te maken. Maar het brein doet niet altijd dingen die zinnig zijn.
De weersverwachting voor zaterdag is op zich goed. Wind uit de goede richting, want 200 van 300 km in de rug en pas in de middag buien. Mijn ervaring is dat je dan al in een dermate staat van bewustzijnsvernauwing bent, dat het allemaal niet meer uitmaakt.
Om de stelling te onderstrepen dat je het niet in de hand hebt, begint het voor Amsterdam echter al te motregenen. Van die zachte regen waar je stiekem heel erg nat van kunt worden. Wordt het zo’n dag? Dat blijkt mee te vallen. Hoewel de lucht even egaal grijs blijft, houdt het motregenen weer op.
Amsterdam UMC
Bij het AMC komt hoogleraar en MDL-arts Gerd Bouma van wat tegenwoordig het Amsterdam UMC heet me aanmoedigen. Geweldig dat ie zo vroeg is opgestaan. Een snelle selfie en door. Richting VU campus, even herinneringen ophalen bij mijn oude faculteit en een selfie bij het VUMC. Dan op naar Leiden. Weer over wegen waar ik ontelbaar vaak gefietst heb.
Leiden
Bij Leiden begint het zonnetje door te breken. Een fotomoment met hoogleraar kindergeneeskunde Luisa Mearin en een weerzien met Mareille en Marco, de voorhoede van Gaul! clubgenoten die hebben gereageerd op mijn vraag om een stuk mee te rijden. We laveren om de randstedelijke bebouwing door het Groene Hart richting Rotterdam. In Zoeterwoude krijgen we gezelschap van Erik. Die niet alleen meefietst, maar ook alle hulp heeft geboden om mij in een voor de actie ontworpen windstopper te laten rijden.
Rotterdam
Door een oer Hollands landschap met rivieren, dijken en molens rijden we naar de Rotte, die ons Rotterdam invoert. Bij het Erasmus MC weer een fotomoment met immunoloog Janneke Samsom en kinderarts Michael Groeneweg. Compleet met koffie en allerlei lekkers uit de auto die bestuurd door mijn lief en vriend Frans twee dagen achter me aan rijdt. Ik vervolg mijn weg met Erik richting Krimpenerwaard.
De stad maakt langzaam plaats voor het platteland. Over prachtige boerenwegen rijden we naar Haastrecht. Dorp dat in korte tijd twee wereldkampioenen allround schaatsen (quizvraag!) voortbracht. Dan weer over een welbekende dijk langs de Hollandsche IJssel. Ik kijk op mijn fietscomputer en realiseer me dat ik al 150 km heb gefietst en dat ik daarmee nog niet op de helft van mijn geplande dagafstand ben. Tevredenheid om wat ik al heb gedaan en ontzag voor wat nog komt, strijden om voorrang. De strijd wordt niet beslecht.
Midden Nederland
We krijgen wat buien te verwerken, maar het zijn er slechts twee op talloze die over het land razen, dus ik zwijn er mooi tussendoor. In Oudewater rijden we even verkeerd. En in precies dat even verkeerd rijden missen we Jorrit, mijn volgende escorte die tegemoet was gekomen. Onwetend daarvan nemen Erik en ik afscheid bij Montfoort. Ineens duikt Jorrit na een ziedende achtervolging van achteruit op. Kletsend over het leven en alles, en dan vooral politiek, zoals we altijd doen, rijden we richting Baarn.
Nog steeds bekende wegen. Bekend van trainingstochten vanuit Amsterdam. Maar nog niet eerder reed ik hier na eerst in Leiden en Rotterdam te zijn geweest. Dat is een gekke gewaarwording. Op de parkeerplaats van de Generaal in Baarn, voor mij startpunt van vele lockdown-wandelafspraken, weer een fouragemoment. En een weerzien met Sebastiaan, mijn volgende begeleider op de fiets. Wat is het leuk om zo vele clubgenoten weer te zien en te spreken, in een tijd waarin je niet in groepen mag fietsen. Dat is overigens een regel waar veel wielrenners zich niets van aantrekken. Maar zo’n club is Gaul! niet.
Via de polder boven Amersfoort rijden we naar de Flevopolder. Onze gesprekken worden daar ineens verstoord door een enthousiast schreeuwende vrouw in een Tesla. Het blijkt mijn collega Marieke die me komt aanmoedigen. Fantastisch!
Op de dijk langs de randmeren is het ouderwets vliegen happen. Verder lijkt de wind mee niet heel erg op wind mee. Volgens Sebastiaan kan de reeds afgelegde afstand -250 km- daar ook iets mee te maken hebben. Zou kunnen. Bij Elburg draait Sebastiaan af. De volgende 80 km ben ik ‘on my own.’ Maar die zouden toch moeten lukken?
De Flevopolder duurt ouderwets eindeloos, maar de benen willen nog wel en dan toch de brug naar Kampen. Dan op naar Hasselt, waar mijn laatste fouragemoment van de dag wacht. Fietsen, en dan zeker dit soort lange einden, is toch het onderverdelen van de dag in subdoelen.
Finale
Na Hasselt is er geen subdoel meer, alleen nog een einddoel. Het hotel in Vledder. Mijn fietsnavigatie weigert op de een of andere manier de afslagen aan te geven, dus ik moet kien zijn op de kaart. Op een gegeven moment komt er van rechts een dame op een elektrische fiets aangesneld. Ik heb voorrang (voorrangsweg) maar ze komt zo rap af, dat ik toch op mijn qui-vive ben. En enigszins geïmponeerd. Ze remt op tijd, maar door dit alles ben ik spontaan een afslag voorbij gereden. Terug dan maar.
De wind wakkert aan en staat gelukkig in de rug. Over lange rechte wegen door het veen draai ik soepel 38 km/u. Dat schiet lekker op! Voor de energie neem ik het ‘finale buisje’ dat Erik me gegeven heeft. Zo’n buisje met van alles dat God, maar gelukkig niet de dopingautoriteit verboden heeft. Nadat ik het achterover heb geslagen begin ik me af te vragen of dit niet zo’n buisje was waarvan je eigenlijk maar twee druppeltjes in een bidon moest doen…….
Dat lijkt mee te vallen.
Vledder
Bij Steenwijk een ouderwets ‘commandomomentje’. Bij de commando’s scheppen ze er genoegen in om na een lange en uitputtende speedmars de achterpoort van de kazerne open te zetten en dan nog een rondje van de sergeant te doen op het moment dat iedereen denkt dat ze klaar zijn. In mijn geval: wegwerkzaamheden, een omleiding en wat extra kilometers naar Vledder.
De moraal blijft evenwel goed. En ik word ook nog eens beloond met een ornithologische verassing. Ik spot zowaar in korte tijd drie ooievaars. Zo dender ik door de geschiedenis van kolonie Frederiksoord naar het hotel in Vledder. Dag 1 zit erop. Maar de weersverwachting voor dag 2 doet het ergste vermoeden…….